Image 1

In het hart van Zwijndrecht leeft de naam Van Bogaert voort.

In het hart van Zwijndrecht leeft de naam Van Bogaert voort, een naam die decennialang synoniem stond voor warme, zorgzame uitvaarten. Vandaag staat er een nieuw team aan het roer, onder de vleugels van Sereni, maar de geest van oprichter Ernest Van Bogaert en zijn zoon Gino blijft voelbaar in elk detail. We hadden een gesprek met Alain Depauw en Ellen Poeck.

“We zetten bewust die lokale verankering verder. Dit blijft VanBogaert, met dezelfde zorg en betrokkenheid,” klinkt het overtuigd bij Alain Depauw, regiodirecteur van Sereni.


Van familiebedrijf tot overname

Een kleine vier jaar geleden besloot Gino Van Bogaert, toenmalig zaakvoer-der en zoon van oprichter Ernest, om de fakkel door te geven. “De gesprekken met Thomas Heiremans van Sereni liepen al een tijd,” vertelt een Alain Depauw. “Gino voelde dat het tijd was om los te laten, maar hij wilde zeker zijn dat de continuïteit en kwaliteit ge-waarborgd bleven.” Met meer dan 400 uitvaarten per jaar was Van Bogaert een vaste waarde in de regio Zwijnd-recht-Burcht en Antwerpen Linkeroever.

Na de overname door Sereni stapte niet alleen Gino uit de zaak, maar ook zijn echtgenote Carine, dochter Gaëlle en de trouwe medewerker die jarenlang het gezicht van het bedrijf waren. Het betekende een volledige reset. “We hebben toen een heel nieuw team samengesteld,” vertelt Ellen Poeck. “Mensen zoals Gabriël en Olivier kwamen aan boord, allemaal met frisse energie en een groot hart voor de sector.”


Lokale aanwezigheid als kracht

“Dat menselijke contact is wat het verschil maakt. Onze mensen krijgen ook expliciet de tijd om daar aandacht aan te geven.”

Vandaag staat Ellen aan het hoofd van Van Bogaert en stuurt ze het team aan vanuit de gekende vestiging in Zwijndrecht. Ondanks de overname door Sereni blijft de aanpak sterk lokaal georiënteerd. “We gebruiken bewust nog steeds de naam Van Bogaert. Dat straalt vertrouwen uit. Mensen vragen ons soms nog expliciet: ‘Het is toch nog zoals meneer Van Bogaert het deed?’”

Die verbondenheid met de gemeenschap is geen marketingpraat. De medewerkers kennen de families, praten met buren, sponsoren lokale sportclubs en nemen deel aan buurtactiviteiten. “Dat menselijke contact, dat is wat het verschil maakt,” zegt Alain. “Onze mensen krijgen ook expliciet de tijd om daar aandacht aan te geven.”

Een moderne infrastructuur met respect voor traditie

De onderneming beschikt over een moderne infrastructuur die na de overname vernieuwd werd, met vier vestigingen en een ruime aula op Linkeroever, vlak bij de kantoren van Mediahuis. “De aula is indrukwekkend – ze biedt plaats aan zo’n 180 tot 200 personen en beschikt over twee aparte ruimtes voor koffietafels en vijf begroetingkamers waar families in alle sereniteit afscheid kunnen nemen. De pathologie werd aangepast aan zeer strenge kwaliteitsnormen en in de koelruimtes kunnen tot twintig overledenen opgebaard worden,” vertelt men. “Het is een groot, functioneel gebouw, maar wat belangrijker is: we zorgen dat het tegelijk huiselijk, warm en persoonlijk aanvoelt.”

De combinatie van een sterke logistieke ondersteuning en de inzet van toegewijde externe medewerkers – onder wie enkele dames uit de buurt die koffietafels verzorgen – zorgt ervoor dat elke uitvaart tot in de puntjes verzorgd is. De veranderende verwachtingen van families.

De sector is sterk in beweging. Waar vroeger alles min of meer volgens vaste rituelen verliep, vragen families vandaag om veel meer persoonlijke invulling. “De mensen zijn kritischer, veeleisender, maar ook beter geïnformeerd,” vertelt Ellen. “Ze willen een afscheid dat echt past bij wie iemand was. Dat vraagt maatwerk, creativiteit en empathie.”

Foto’s, favoriete muziek, persoonlijke teksten – onze aula is uitgerust om die verhalen te brengen. “We steken veel tijd in het voorbereiden van een dienst. En dat loont. We zien het verschil bij families wanneer ze een afscheid hebben meegemaakt dat écht binnenkomt.” Het laat hen toe om het rouwproces te verwerken op een menselijke en respectvolle manier.

Tegelijk is er ook een andere trend: sobere uitvaarten, met weinig tot geen ceremonie. “Soms komt een familie binnen, en na een halfuur zijn ze buiten. Geen rouwkaartjes, geen muziek, enkel een crematie en een kort afscheid op de begraafplaats,” klinkt het met enige spijt. “Dan zeggen mensen: ‘Mama wilde dat niet, maar ja, het is allemaal zo duur.’”


De sector onder druk

De uitvaartsector staat onder druk, zowel door maatschappelijke veranderingen als door de instroom van nieuwe spelers. “Het beroep van uitvaartondernemer is niet beschermd. Iedereen kan in principe morgen starten,” stelt Alain vast. “Maar het is een zwaar beroep, waar je administratief, organisatorisch en emotioneel sterk moet staan. Niet iedereen is daar klaar voor en bovendien leggen we onszelf zeer strenge kwaliteitsnormen op in alles wat we doen”

De zoektocht naar geschikt personeel is dan ook een permanente uitdaging. “We investeren in jonge mensen, geven hen opleiding, en hopen zo de juiste profielen aan te trekken. Maar het is moeilijk, zeker omdat veel jongeren de intensiteit van het werk onderschatten.”


Een toekomst met respect voor het verleden

Waarom verkocht Gino Van Bogaert destijds aan Sereni? “Zoals bij veel familiebedrijven was er geen opvolging. Kinderen willen vaak geen leven dat 24/7 in het teken staat van de zaak. En tegelijk zijn er groeperingen zoals Sereni die willen investeren in de toekomst van de sector.”

Maar belangrijk is wél dat de menselijke aanpak behouden blijft. “We willen het hart van Van Bogaert behouden,” klinkt het. “Daarom blijft de naam, blijven de waarden, en proberen we dagelijks het verschil te maken voor mensen die afscheid moeten nemen van een dierbare. Dat is onze missie – en dat blijft het.”